Een groot Indonesisch mijnencomplex uit de koloniale periode is opgenomen op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De Ombilin-mijnen waren ooit de grootste en meest productieve van heel Nederlands-Indië.
Eind negentiende eeuw werd er boven Padang een bijzonder aantrekkelijke steenkoolader ontdekt. Dicht onder de oppervlakte bleek een grote hoeveelheid kool van hoge kwaliteit te vinden. Wel leek het onbegonnen werk om de delfstof uit de bergen van Sumatra te krijgen.
Om dat mogelijk te maken werd er door het gebied een spoorlijn van 150 kilometer aangelegd en een diepe kolenhaven, de Emmahaven. Bij de mijn verrees een ‘company town’ met huizen voor arbeiders, een hospitaal en een mijnbouwschool. Ook verrees er een gevangeniscomplex, omdat er ook gedetineerden te werk werden gesteld.
De mijn sloot pas in 1998. Sinds 2004 werken Indonesië en Nederland samen aan het behoud van het stadje. Indonesië hoopt dat de combinatie van natuur en industrieel erfgoed een nieuwe toeristische trekpleister zal worden.
Waterwerken en fortstad
Op de jaarlijkse erfgoedsessie van de Unesco, dit keer in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe, zijn tot nu 21 nieuwe locaties opgenomen. Naast de Ombilin-mijnen zijn dat bijvoorbeeld de eeuwenoude stad Babylon in Irak, de middeleeuwse waterwerken van het Duitse Augsburg en fortstad Jaipur in India.
Indonesië kent negen vermeldingen op de erfgoedlijst, zoals het Borobudur tempelcompex en het Komodo Nationaal Park, woonplaats van de beroemde varanen. Plannen om de VOC-wijk van Jakarta op de lijst te krijgen werden vorig jaar door Indonesië ingetrokken.
Nederland heeft tien vermeldingen op de lijst, in 2014 werd de Van Nellefabriek in Rotterdam als laatste toegevoegd. Het lukte vorig jaar nog niet om de Koloniën van Weldadigheid in het noorden van het land ook toe te voegen.
In totaal staan er 1113 locaties op de Werelderfgoedlijst.
Bron: nos.nl